Verpleegkundig rekenen

A. Schatten en berekenen

3. Optellen en aftrekken 1

4. Optellen en aftrekken 2

5. Vermenigvuldigen en delen 1

6. Vermenigvuldigen en delen 2

B. Het metrieke stelsel

1. Decimale voorvoegsels

2. Inhoudsmaten 1

3. Inhoudsmaten 2

1. Breuken deel 1

2. Breuken deel 2

3. Breuken deel 3

4. Breuken deel 4

5. Breuken deel 5

D. Procenten en promillages

1. Procenten berekenen 1

2. Procenten berekenen 2

3. Promillages berekenen

E. Verhoudingen berekenen

1. Verhoudingen deel 1

1. De concentratie van oplossingen

2. Hoeveel opgeloste vloeistof bevat de oplossing?

3. Hoeveelheid mengsel

4. Verdunnen oplossingen

G. Zuurstof berekenen

1. Zuurstof berekenen

H. Praktijk rekenen

1. Praktijk rekenen milligrammen

2. Praktijk rekenen milligrammen en gewichten

3. Praktijk rekenen milliliters

4. Praktijk rekenen milliliters en milligrammen

5. Praktijk rekenen internationale eenheden

6. Praktijk rekenen eenheden procenten

7. Praktijk rekenen druppelsnelheid 1

8. Praktijk rekenen druppelsnelheid 2

Ga naar vorige Quiz

Ga naar volgende Les

4. Verdunnen oplossingen

Verpleegkundig rekenen F. Verdunnen 4. Verdunnen oplossingen

4. Verdunnen oplossingen

Tijdslimiet: 0

Quiz samenvatting

0 of 4 Vragen completed

Vragen:

Informatie

Je hebt de quiz al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.

Quiz is aan het laden…

Je moet inloggen of inschrijven om de quiz te starten.

U moet eerst het volgende invullen:

Resultaten

Quiz afgerond. Resultaten worden opgeslagen.

Resultaten

0 of 4 Vragen answered correctly

Uw tijd:

De tijd is verstreken

Categorieën

Niet gecategoriseerd 0%

1
2
3
4

Huidig
Kijk na/Sla over
Beantwoord
Goed
Fout

Vraag 1 of 4

1. Vraag

Je hebt 200 ml van een zoutoplossing van 2% concentratie nodig. Je hebt een zoutoplossing van 10% concentratie.

Hoeveel ml 10% concentratie zoutoplossing heb je nodig?

40 ml 10% concentratie en 160 ml water bijmengen.

10 ml 10% concentratie en 160 ml water bijmengen.

10 ml 10% concentratie en 190 ml water bijmengen.

20 ml 10% concentratie en 180 ml water bijmengen.

Goed

Fout
Vraag 2 of 4

2. Vraag

Je hebt 250 ml van een zoutoplossing van 0,5% concentratie nodig. Je hebt een zoutoplossing in voorraad van 20% concentratie.

Hoeveel ml 20% concentratie zoutoplossing heb je nodig?

Met hoeveel water moet je de zoutoplossing verdunnen?

12,50 ml 20% zoutoplossing bijmengen met 112,50 ml water.

12,50 ml 20% zoutoplossing bijmengen met 137,50 ml water.

6,25 ml 20% zoutoplossing bijmengen met 118,75 ml water.

6,25 ml 20% zoutoplossing bijmengen met 143,75 ml water.

Goed

Fout
Vraag 3 of 4

3. Vraag

Je hebt 1000 ml van een zoutoplossing van 0,9% concentratie nodig. Je hebt een zoutoplossing in voorraad van 25% concentratie.

Hoeveel ml 25% concentratie zoutoplossing heb je nodig?

Met hoeveel water moet je de zoutoplossing verdunnen?

360 ml 25% zoutoplossing bijmengen met 640 ml water.

72 ml 25% zoutoplossing bijmengen met 964 ml water.

36 ml 25% zoutoplossing bijmengen met 964 ml water.

72 ml 25% zoutoplossing bijmengen met 928 ml water.

Goed

Fout
Vraag 4 of 4

4. Vraag

Je hebt 500 ml van een zoutoplossing van 8% concentratie nodig. Je hebt een zoutoplossing in voorraad van 30% concentratie.

Hoeveel ml 30% concentratie zoutoplossing heb je nodig?

Met hoeveel water moet je de zoutoplossing verdunnen?

150 ml 30% zoutoplossing bijmengen met 350 ml water.

133,33 ml 30% zoutoplossing bijmengen met 366,67 ml water.

125 ml 30% zoutoplossing bijmengen met 375 ml water.

100 ml 30% zoutoplossing bijmengen met 400 ml water.

Goed

Fout

0 SHARE

Zonder reclame oefenen

EUR 1,29

X

WhatsApp ons!

Inloggen

Voor toegang tot deze cursus is inloggen vereist. Voer hieronder je gegevens in!

Gebruikersnaam of e-mailadres

Wachtwoord

Onthoud mij

Wachtwoord vergeten?

Oefentoets